5.1 Resultaten

Wanneer de rekentaak is gestart, ziet u in het tabblad 'Resultaten' de status van de berekening. Wanneer u in de wachtrij staat, ziet u het aantal berekeningen voor u. Wanneer de berekening is gestart, ziet u wat de voortgang van uw berekening is. Ook ziet u dat de berekening wordt uitgevoerd doordat getallen verschijnen en hexagonen zichtbaar worden op de kaart. Wanneer de berekening is afgerond, verschijnen de definitieve resultaten in beeld. Wanneer u meerdere rekentaken heeft uitgevoerd, kunt u wisselen tussen de rekentaken door te klikken op het dropdownmenu 'Rekentaak'. U ziet vervolgens op de linkerhelft van het scherm de kaart met resultaten en op de rechterhelft van het scherm
het overzicht van resultaten. We kijken nu eerst naar de rechterhelft van het scherm.

Boven in het scherm ziet u vier dropdownmenu's. In het menu 'Situatie' kunt u kiezen voor welke situatie de resultaten in beeld komen. In het menu 'Resultaat' kunt u aangeven of u het situatieresultaat of de projectberekening wilt inzien. Wanneer de berekening een tijdelijke situatie bevat, ziet u hier ook de optie 'Maximaal tijdelijk effect'. Deze berekening bevat echter geen tijdelijke situatie. Wanneer een projectberekening is uitgevoerd, wordt dit resultaat default getoond. Dit is de bijdrage in de beoogde situatie minus de bijdrage in de referentiesituatie en/of de salderingssituatie. Wanneer u kiest voor 'Situatieresultaat', ziet u de resultaten voor alleen de geselecteerde situatie. In het menu 'Stof' staat standaard de optie NOx + NH3 aan. Het is ook niet mogelijk om te kiezen voor een andere optie. In het menu 'Weergave' kunt u kiezen uit de opties OwN2000-registratieset, relevante hexagonen, hexagonen met een hersteldoel, en eigen rekenpunten wanneer van toepassing. De standaardinstelling is de OwN2000-registratieset. Dit is het deel van de relevante hexagonen dat relevant is voor de stikstofregistratie in het kader van toestemmingsverlening. Het gaat om relevante hexagonen waar sprake is van een overbelasting van de meest kritische depositiewaarde, of een naderende overbelasting van de meest kritische depositiewaarde. Er is sprake van een naderende overbelasting wanneer de achtergronddepositie minder dan 70 mol onder de KDW ligt. De relevante hexagonen zijn alle hexagonen in Natura 2000-gebieden die stikstofgevoelige natuur bevatten. U kunt ook de weergave 'Hexagonen met hersteldoelen' selecteren om enkel deze hexagonenset te tonen. Wanneer u eigen rekenpunten heeft aangemaakt, kunt u ook kiezen om alleen de resultaten voor eigen rekenpunten te bekijken. Wij kiezen nu voor een projectberekening met de weergave OwN2000-registratieset, omdat dit de weergave is waarnaar gekeken wordt in het kader van toestemmingsverlening.

Onder de dropdownmenu's ziet u het overzicht met samenvattende resultaten. We bespreken nu puntsgewijs alle getoonde resultaten. Let op: Wanneer de door u ingevoerde activiteit geen resultaten of resultaten van minder dan 0,005 mol per hectare per jaar oplevert, dan ziet u in plaats van cijfers een liggend streepje en de melding 'Er zijn geen resultaten voor deze situatie'. Onder 'Berekend (ha gekarteerd)' ziet u op hoeveel hectaren AERIUS heeft gerekend. Het gekarteerd oppervlak is het oppervlak binnen elk hexagon waar zich daadwerkelijk stikstofgevoelige natuur bevindt. Hieronder zien we op hoeveel hectare een toename van stikstofdepositie berekend is, en op hoeveel hectare een afname van stikstofdepositie berekend is. Beide resultaten worden weergegeven in hectare gekarteerd oppervlak. Daarnaast ziet u de 'Hoogste totale depositie'. Dit is de depositie op het hexagon met de hoogste optelsom van achtergronddepositie en depositie als gevolg van de ingevoerde activiteit, in mol stikstof per hectare per jaar. Hieronder ziet u de grootste toename. Dit is de toename op het hexagon waar de toename van stikstofdepositie als gevolg van de ingevoerde activiteit
het grootst is. Hieronder ziet u ook de grootste afname. Dat is de afname op het hexagon waar de afname van stikstofdepositie als gevolg van de ingevoerde activiteit het grootst is.

Onder het overzicht met data ziet u drie tabbladen. Hier vindt u aanvullende functies die u kunt gebruiken om de resultaten verder te analyseren. U ziet de tabbladen 'Depositieverdeling', 'Markers' en 'Habitattypen'.

Onder 'Depositieverdeling' ziet u de verdeling van depositie naar oppervlakte per natuurgebied. Hier vindt u een lijst van alle Natura 2000-gebieden waar een depositie op berekend is. Het bovenste gebied is het gebied waarop de hoogste depositie berekend is. Wanneer u klikt op het icoon met twee pijltjes, rechtsbovenin, dan zoomt u in naar een overzicht van het betreffende gebied. Wanneer u klikt op een Natura 2000-gebied, klapt een nieuw venster uit waarin een staafdiagram wordt getoond. Hier ziet u de verdeling van depositiein het betreffende gebied. U kunt zowel groene als paarse staven zien in het diagram. Een groene staaf duidt op een oppervlakte waarover afname is berekend. Een paarse staaf duidt op een oppervlakte waar een toename over is berekend. U kunt klikken op de gegevens om alleen specifieke gegevens op de kaart te tonen. Er verschijnt een blauw balkje onder de gegevens die u heeft geselecteerd. U kunt de kaart verslepen en inzoomen om de betreffende hexagonen beter in beeld te krijgen.

Naast het tabblad 'Depositieverdeling' vindt u het tabblad 'Markers'. Wanneer u dit tabblad opent, worden per Natura 2000-gebied markers getoond met de hoogste totale depositie, de grootste toename en de grootste afname. Alle data worden gegeven in mol per hectare per jaar. In de tabel ziet u de gegevens per marker. U ziet de markers ook op de kaart. U kunt opnieuw het icoon met twee pijltjes gebruiken om naar een specifiek gebied te navigeren op de kaart.

Het derde tabblad is het tabblad 'Habitattypen'. Wanneer u op dit tabblad klikt, wordt automatisch de kaartlaag 'Stikstofgevoelige habitattypen' getoond. Zo wordt direct zichtbaar waar stikstofgevoelige natuur ligt. Per Natura 2000-gebied ziet u een lijst van habitattypen die voorkomen in het gebied. Wanneer u met de muis over de habitattypen beweegt, lichten deze op op de kaart. U kunt ook op een habitattype klikken om deze zichtbaar te houden. In de tabel is daarnaast informatie over het habitattype beschikbaar en u ziet het berekende oppervlak en de KDW van het habitattype. U kunt diverse opties laten tonen in deze tabel. Automatisch is de optie 'Hoogste percentage KDW' geselecteerd.
U kunt ook kiezen voor 'Hoogste totale depositie', 'Grootste toename' of 'Grootste afname'.

Tot slot kunt u ook de infomarker gebruiken om de resultaten van een berekening verder te analyseren. Eerder in deze cursus is de infomarker aan bod gekomen. Na het maken van een berekening kunt u de infomarker gebruiken door te klikken op de kaart. U kunt bijvoorbeeld het hexagon met de grootste depositietoename selecteren met de infomarker. De resultaten worden dan op hexagon-niveau getoond. Onder het tabblad 'Resultaten' ziet u de berekende depositie die wordt veroorzaakt als gevolg van het ingevoerde project. Op dezelfde manier kunt u ook de resultaten op andere hexagonen bekijken. De overige functies van de infomarker zijn toegelicht in een eerdere video.